In tegenstelling tot de meeste Europese landen, heeft België sinds 2008 het aandeel van de zelfstandigen in de totale werkgelegenheid zien stijgen. Dat aandeel beliep 17 % in 2018.
Meerdere factoren verklaren die ontwikkeling: de dynamiek van de vrije beroepen, de aantrekkingskracht van de flexibiliteit die dat statuut biedt, de ondersteuning van het ondernemerschap, de verbeteringen aan het sociaal statuut en de mogelijkheid om een pensioen te combineren met het inkomen uit een zelfstandige activiteit. Voor sommigen die, ondanks hun vaardigheden en hun actieve zoektocht naar werk, moeilijk een baan als loontrekkende weten te vinden, is dat statuut ook een toegangspoort tot de arbeidsmarkt.
Zelfstandigen werken meestal alleen en kiezen daar zelf voor. Voor 14 % van hen is dat echter omdat de kosten verbonden aan een indienstneming nog altijd te hoog zijn. Ze hebben nochtans heel lange werktijden. Terwijl drie loontrekkenden op tien verklaren meer dan 40 uur per week te werken, geldt dat voor acht zelfstandigen op tien. Voor de inkomens is de bedrijfstak doorslaggevend: vrije beroepen verdienen het meest, de diensten het minst. De inkomens van de zelfstandigen zijn zeer ongelijk verdeeld. Het aandeel van zelfstandigen die een armoederisico lopen is ook aanzienlijk hoger dan dat van loontrekkenden (respectievelijk 14 % en 4 %).
Het sociaal statuut van zelfstandigen verschilt van dat van de loontrekkenden. Aangezien ze minder rechten op het gebied van ziekteverzekering en pensioen hebben, zijn ze onderworpen aan een lager bijdragepercentage dan de loontrekkenden. Bovendien kunnen ze geen werkloosheidsuitkeringen krijgen - behalve als ze rechten hadden verworven omdat ze vooraf uitkeringsgerechtigde werkloze of loontrekkende waren. Om hun sociale bescherming aan te vullen, kunnen zelfstandigen een beroep doen op niet-verplichte regelingen (verzekeringen of ziekenfondsen), wat de totale kosten van hun sociale bescherming doet oplopen. De afgelopen jaren werden maatregelen genomen om hun sociaal statuut te verbeteren, zoals de verlenging van het zwangerschapsverlof en de verhoging van het minimumpensioen.
Uit een enquête die in opdracht van Eurostat werd gehouden, blijkt dat in België 1,5 % van de zelfstandigen economisch afhankelijk is. Met andere woorden, het zijn werkenden met het statuut van zelfstandige, maar die niet voldoen aan de fundamentele kenmerken ervan inzake autonomie en het ontbreken van een relatie van ondergeschiktheid. Dit geringe percentage economisch afhankelijke zelfstandigen ligt aan het feit dat België een van de weinige landen is die een wet betreffende de aard van de werkrelaties heeft goedgekeurd om de rechtszekerheid van de werknemers te versterken. In het bijzonder kunnen de digital workers zich in situaties tussen die van loontrekkende en die van zelfstandige bevinden. Terwijl ze geen invloed hebben op de prijs van de door hen verleende diensten of de wijze waarop ze hun werk uitvoeren, moeten ze vaak het statuut van zelfstandige aannemen. De ontwikkeling van de vormen van zelfstandige arbeid, met name in de digitale economie, roept wereldwijd vragen op over de sociale bescherming van die werkenden met hybride kenmerken. Sommigen willen dat er een specifiek statuut wordt gecreëerd, anderen menen dat de huidige statuten - van loontrekkende en zelfstandige - voldoende zijn. Sommige landen opteerden effectief voor een soort van derde statuut, dat tussen dat van loontrekkende en dat van zelfstandige ligt, om de sociale bescherming van kwetsbare werkenden uit te breiden. Uit de analyse van deze ervaringen blijkt dat die vaak ertoe aanzetten om werknemers met standaardcontracten af te leiden naar deze nieuwe statuten, met een neerwaartse nivellering van de kwaliteit van de banen tot gevolg.
Op basis van die analyses heeft de Raad vastgesteld dat de groep van zelfstandigen heel heterogeen is en dat de realiteit van de ene zelfstandige sterk verschilt van die van een andere zelfstandige. Het te voeren beleid moet dus worden aangepast volgens de behoeften en de specifieke kenmerken van de beoogde groepen. Om de groei van de zelfstandige werkgelegenheid te ondersteunen, en daarbij een eerlijke concurrentie met de andere actoren in stand te houden en te zorgen voor een kwalitatieve werkgelegenheid en sociale bescherming van alle werknemers, beveelt de Raad de volgende maatregelen aan:
Links
[1] https://hrw.belgie.be/sites/default/files/content/download/files/verslag_hrw_2019_-_advies_zelfstandigen_-_wv.pdf
[2] https://hrw.belgie.be/sites/default/files/content/download/files/presentation_hrw_advies_2019-06-27_confpress_nl.pdf